Het ritme van 't jaar

Op reis zijn is voor jonge kinderen niet altijd even makkelijk.

Waar ik vooral een romantisch beeld had van met z’n allen knus in de camper op avontuur, is het voor de kinderen niet altijd zo idyllisch. 

Toen ik de camper thuis aan het poetsen en inrichten was keek mijn oudste me aan met lichte paniek in zijn ogen. Ik vroeg hem wat er aan scheelde. Hij antwoordde dat hij het niet zag zitten, een half jaar met z’n allen in zo’n krappe camper. Hij had geen idee wat hij dan moest doen, hij had niet eens plek om te spelen!
Toen ik hem uitlegde dat de camper vooral om te slapen, te eten en te schuilen was als het slecht weer was, en we voor de rest de wereld als onze tuin hadden, keek hij me vertwijfeld aan.
Het klonk als een mooi sprookje en alhoewel hij erg van sprookjes geniet, wist hij ook dat ze niet waar waren.
Dat hij het 't moeilijkst zou vinden, had ik wel verwacht. De oudste, de piekeraar, het kind dat veel (bewegings)ruimte nodig heeft.
En toch wist ik dat we er goed aan deden en dat we zijn paniek voor nu moesten verdragen. Dingen die anders waren en die hij niet kon overzien, vond hij lastig en dat mocht.

Ik zat er met mijn aannames behoorlijk naast. Want de middelste die overal doorheen lijkt te fietsen bleek het toch lastiger te vinden dan ik me voorgenomen had en mist, met regelmaat van de klok, thuis. De reis vraagt meer van ons regenboogkind dan ik had verwacht. Eigenlijk net te weinig slaap, muggen die kindlief uitkiezen als feestmaal met dikke grote bulten als resultaat. En te weinig tijdsbesef om te kunnen overzien hoe lang de dingen duren, maar te wakker om je er aan over te kunnen geven…

En dan zijn daar de jaarfeesten. Tot lichte irritatie van manlief nam ik namelijk alle spullen mee die bij de jaarfeesten horen. Van de spullen die nodig waren voor het knollen hollen, tot poppetjes voor de seizoenstafel. Van de slingers met hun naam tot de verjaardagsring.
Het bleek een goede zet. Want steeds als er iets van thuis te voorschijn kwam zag ik een zucht van verlichting gaan door de kinderen. De seizoenstafel vulden we aan met moois wat we buiten vonden en we knutselden er moois bij (waar ik ook een vrachtlading aan spullen voor mee nam).


Daarnaast keken we hoe we de jaarfeesten ook aan konden passen aan de plekken waar we waren. Zo bezochten we tijdens de Michael-periode Le mont Saint Michel. Een feest dat staat voor moed en dapperheid. En het onder ogen komen van onze eigen "draken" en die trotseren.

Omdat Berend het jaarfeest al twee keer eerder meemaakte op school en het zijn lievelingsfeest is wist hij beelden te herkennen.
We beklommen de trappen en Elora wilde zelf lopen. Olivier wilde niet lopen maar moest. 


We zongen een lied wat we al kenden in het Frans, lazen over de geschiedenis van Michael, luisterden naar verhalen over vliegers (vlieger in het Duits is drachen) en vochten met onze eigen “draken”.
Want hoe mooi ook, zo’n reis is niet alleen rozengeur en maneschijn. Ineens zitten er 5 mensen in een camper. De hele dag. Elke dag. Richard die gewend was om bijna dagelijks momenten zonder ons te hebben vanwege werk en eerder opstaan, moest erg wennen dat er altijd kinderen waren. De hele dag. Elke dag.
En de kinderen vonden het natuurlijk heerlijk om papa elke dag bij zich te hebben. Dus dat kostte wel enige afstemming. Ook waren wij nu de hele dag samen. De hele dag. Elke dag.
Dingen die we thuis lastig vonden, bleven niet netjes ingepakt in dozen achter, maar gingen gewoon mee.
De Michael periode leende zich dus prima voor een stukje persoonlijke groei. Ieder op zijn eigen manier.






Hierna volgde Olivier zijn lievelingsfeest; Sint Maarten. Een feest dat gaat over delen, zonder alles weg te geven. Sint Maarten gaf immers de helft van zijn mantel. Niet onbelangrijk omdat we soms geneigd zijn om te veel weg te geven of te veel voor de ander te zorgen en daarbij vergeten dat we ook nog voor onszelf moeten zorgen. 
Wat je zelf niet hebt of aanvult kan je ook niet delen...


Er wordt druk geschraapt en gehold, totdat de pompoen (bij gebrek aan een knol) ver genoeg is uitgehold. Als de pompoenen die avond prachtig met gutsen versierd staan te gloeien in de donkerte zie ik iedereen aan tafel genieten van de pompoensoep. Het feest is extra speciaal omdat we op een camping staan waar opa en oma ook staan. “Dit is wel de warmste Sint Maarten ooit hé mam?” zegt Berend. En dat was het in elk opzicht.





















En dan als we naar het midden van Spanje rijden en hier de winter zich ook echt aankondigt tellen we af naar de laatste (jaar)feesten van het kalender jaar. Afgelopen zondag was de eerste adventszondag en wordt het aftellen naar kerst heel tastbaar.

Onze camper-trol bracht ons een zakje (bij gebrek aan ruimte voor een hele advent slinger) waar elke dag een klein geschenkje in zit.
Het was een weloverwogen keuze. Ik was naarstig op zoek naar iets anders dan de chocoladekalender (keer drie dan dus) omdat er toch al zo veel gesnoept wordt in deze periode en het zo weinig te maken heeft met waar het eigenlijk om gaat. 


Namelijk het naar binnen keren. De aarde die stiller en donkerder wordt zodat wij dat ook kunnen worden. In afwachting van het licht dat uiteindelijk weer zal gaan schijnen. De verwachting van iets nieuws. Vandaar dat ik koos voor een andere vorm. De eerste dag zat er een adventladdertje in, de tweede dag een engel die op de ladder afdaalt en de derde dag een klein baby'tje dat de engel in haar armen naar beneden draagt. En heus zal er een keer een snoepje in zitten. Zo'n ontaarde moeder ben ik nou ook al weer niet. ;)

Om de beurt mogen ze het zakje openen en de engel een treetje naar beneden doen afdalen. Tot het kerst is. De kinderen kunnen haast niet wachten. Maar eerst nog genieten van de verwondering van de verwachting. Iets wat ik iedereen wens!




Reacties

Populaire posts van deze blog

Laat het los

Vlinder

Mijlpaal