Vlinder
“Kijk mama, dat is onze vlinder!” Ollie wijst naar een koolwitje dat enthousiast door het Franse veld fladdert. “Knap hè dat hij helemaal tot hier is gevlogen!” Ik smelt. De magie van het kleuterbrein blijft een prachtig iets. Afgelopen mei hadden we vlinders in ons thuisklasje. Ik had deze al besteld aan het begin van het schooljaar voor op school, omdat met name in bepaalde periodes het lastig is om via de vlinderstichting aan een pakketje te komen. Samen timmerden we een vlinderkast voor de rupsen, poppen en eitjes die we kregen. En onze kleine Frederique Vonk nam het verzorgen erg serieus. Wat een wonderlijk proces waarbij een eitje uiteindelijk een vlinder werd. We lieten de vlinders die uitkwamen vrij, sommigen keerden terug, sommigen trokken verder. Ollie leek een rotsvast vertrouwen te hebben in het feit dat de vlinders altijd bij ons bleven, en werd in die overtuiging gesterkt omdat we overal op onze reis vlinders zagen waarvan hij zeker wist dat het de onzen waren.